Enghuizer delta
De horizon waant zich in een Märklins Alpenschap, bergdalbrug onmetelijk hoog, een rookpluim, stoom en fluitend lopen over gietijzeren overbrugging. En dan het licht Rembrandtesque geëtst. De tunnel met het dekbladeren dak, de rottende poel, de zuigende zucht. Wees dan gewag ’n r rolt over het pad. Goud vloeit uit de pot, de Rijn borrelt. De rivier stroomt. Diep en bergen hoog. Hans Mellendijk
0 Reacties
Enghuizer dialoog
Hier mag mijn leven stilstand vieren voor even bloots niet verder gaan. Gedoodverfde gedichten schmieren Ze komen af, ze komen aan. “Ik zie mijn schoonheid in jouw ogen voel buitelend op mijn huid jouw tred. Jij hebt me weer opnieuw bevlogen stilaan in eenheid ingebed.” 'k Zal mij naar jouw beginsel voegen al verschiet de mens massaal zijn kruit. Jouw beeldtaal geeft mijn spinsels sjoege voor ik me doodschrik en sterf uit… Ankh Gussinklo *) bloots: Oud Aaltens dialect voor 'enkel maar'. Wolf onder de bomen
(Egon Erwin Kisch, de “Razende Reporter”, bericht anno 1948 van achter zijn stamtafel in Praag, kort voor zijn dood) Jedovna heet het hier, ofwel Vergifkroeg: kuuroord vol kruidenbitter en Pilsener waar ik genees, of niet. Zoals die baron tegenover mij, Hollander vol hartzeer om een schrijnende plek op zijn ver landgoed waar het, onder warhopig blauwe hemel, te midden der adelskleuren van juweel, al eeuwen geurt naar de taxus, venijnboom, als een gifschip naar de overkant leidend Elckerlyc die langs het verbodene schampt – reeuws riekt het dan ook aan de overzijde, waar een paard na negentien bruidsetmalen barones Julia, bloem van het geslacht, van haar hoge positie wierp en doodde. 1848, zegt de gedenksteen… Vergif alom, waaraan wij sterven, of niet: edel dier of roofdier, wolf snuift aan ons lijf… P.B.Kempe Bert Scheuter
www.beekenes.nl bert@beekenes.nl 0315 24 13 65 | 06 39 41 07 41 Het venster is een symbolisch beeldmerk dat de binnen- en de buitenwereld deelt. Aan het venster staan, de wereld met aandacht observeren en meenemen naar binnen. In dit geval heeft het de vorm van een gotische spitsboog. Niet voor niets natuurlijk. Binnen | buiten Een beukenbos betrad ik eerder dan een gothische kathedraal. Toen ik de eerste keer zo’n kerk inging, zag ik de boompilaren uitwaaierend in de spitsbogen van een bos vol beukenkruinen. Zelfs de scherpe aftekening van zonlichtvlakken, die de hemelhoge ramen op de vloer wierpen, herinnerden mij aan de zonlichtvlekken op de bladtapijten van de Slangenburg, van Wissinkbos en van Enghuizen. Hier nu rijst het vermoeden dat de bouwmeesters der kathedralen door God het bos zijn ingestuurd, ergens in de maanden voordat zij met stokken een grondplan trokken in de aarde van Sens, van Saint-Denis en van Chartres. Bert Scheuter |